Tekst Guus Bauer / FREE Fotografie
Kerkuilen, torenvalken en ransuilen
26-06-2019, 11:26
ASSENDELFT Rein Beentjes uit Assendelft is een gewezen bankman, maar houdt zich nu al jaren met een groep enthousiaste vrijwilligers bezig met het beschermen van de vogelstand in onze regio. Vooral de verschillende uilensoorten hebben zijn aandacht. Maar ook de nestjes torenvalken worden door de groep gemonitord. Jongen van deze majestueuze vogelsoorten worden geringd, gewogen en de spanwijdte gemeten.
Uw verslaggever was onlangs aanwezig op een boerderij in Assendelft. Een voormalige pachthoeve die door twee dierenartsen weer helemaal in ere wordt hersteld. De broer van de vrouwelijke veterinair is de melkvee houdende buurman. Beentjes: 'Je zou kunnen zeggen dat het een goed jaar is. Normaal hebben we in deze streek zo rond de vier a vijf nestjes met uilen. Momenteel hebben wij elf broedplaatsen die we in de gaten houden. Dat kunnen kasten zijn die wij geplaatst hebben, maar ook smalle richels in schuren.'
Deze hoeve hier in Assendelft is een bijzondere plek. Er komen hier zowel kerkuilen, torenvalken als ransuilen voor. Daarnaast vliegen er ook zo af en toe buizerds in de buurt. In de koeienstal was een paartje kerkuilen bezig met broeden. De dak van de stal moest worden vervangen omdat de verzekering vanwege de aanwezigheid van asbest af zou lopen in de maand juni van dit jaar. In een overkapping waar landbouwapparaten staan en wat schaapjes een onderkomen hebben, werd hoog tegen de wand de kast herplaatst. 'Altijd even afwachten of het ouderpaar de nieuwe plek wel vindt.'
Op zaterdag 22 juni werden de jongen geringd en gedocumenteerd. Het broedsel bleek maar liefst uit zes jongen te bestaan. Twee eieren bleken niet bevrucht. Prachtige, voor de soort Alba Gutatta, forse exemplaren, bijna helemaal uit het dons. Bruin en wit gemengd. De witte soort Alba Alba komt voornamelijk in het zuiden voor. 'Misschien nog twee weken en dan vliegen ze uit.' Daar is iets meer dan een maand broeden aan voorafgegaan en nadat de eieren zijn uitgekomen blijven de jonge spruiten nog zestig tot negentig dagen in het nest. Daarna gaan ze hun eigen territorium zoeken.
'Na een jaar is meestal nog maar een derde in leven. Voornamelijk veroorzaakt door het verkeer. Een kerkuil weegt gemiddeld ongeveer drie ons. Wanneer ze op een paal langs de weg gaan zitten en er met hoge snelheid een vrachtwagen passeert, worden ze meegezogen. Bij Middenmeer zijn bijvoorbeeld hogere palen iets verder van de weg gezet. Dat helpt.' Het zijn prachtige dieren, Beentjes laat even een vleugel zien en verklaart dat alleen een klein plukje, het zogenaamde kammetje, aan het einde van de vleugel ervoor zorgt dat uilen geruisloos kunnen vliegen. Een kwestie van evolutie. Op die manier kunnen ze met gemak muisjes overvallen. Toen de eieren net waren gelegd, heeft het ouderpaar alvast een voorraad voedsel verzorgd. Er lagen maar liefst veertig muisjes klaar voor de nog uit te broeden jonge uilen, allemaal met de kop dezelfde kant op. 'Ja, het zijn goede ouders.'

Bron: www.nieuwsbladdezaankanter.nl