De afgelopen weken zijn we erg druk geweest binnen de werkgroep met het controleren van zowel de nestbroeders als de kastbroeders in onze regio. De meeste nesten zijn in kaart gebracht en fysiek gecontroleerd. Ondertussen krijgen we ook meldingen binnen van andere vogelaars die ergens een nest gezien hebben en die controleren we dan ook zo spoedig mogelijk. Op dit moment hebben we vogels die in alle stadia van het broeden verkeren; van eilegfase tot broedfase en zelfs al nesten met jonge vogels . Dit geeft ons wel wat meer ruimte met het ringen, want we hebben dan niet teveel nesten die we binnen een te korte periode moeten gaan bezoeken. We zullen u aan de hand van wat foto's even een beeld proberen te geven van deze controle werkzaamheden:

Eerst plaatsen we met een verlengstok een plankje voor de uitvlieg openening, zodat er geen vogels eventueel uit kunnen vliegen en/of springen. Vervolgens plaatsen we de ladder voorzichtig naast de kast en gaat iemend naar boven om de inhoud van de kast te controleren en dat doen we door voorzichtig even het deksel op te tillen en te kijken wat zich in de kast bevindt. Alleen als er gebroed wordt kunnen we het aantal eieren niet tellen en komen we op een ander moment weer terug bij de kast om te tellen.

Torenvalk kasten kunnen wij gemakkelijk met de spiegelstok controleren en helaas bleek deze kast leeg te zijn ten tijde van de controle. Tegenwoordig hebben wij veel van de kasten moeten verbouwen en er een middenspijl op aan moeten brengen en dit is om te voorkomen dat er Nijlganzen in gaan broeden. De foto hieronder geeft goed weer wat wij kunnen zien met de spiegelstok en in dit geval zien wij 4 eieren liggen in een andere Torenvalk kast in Assendelft.

Ook deze kast is in gebruik en Ellen wist een mooi plaatje te maken van de gelukkige bewoners, die even van het voorjaarszonnetje zaten te genieten.

Bij dit nest is reeds haast geboden, want als u goed kijkt ziet u voor de volwassen Ransuil nog net de twee grijze pluimpjes van een jong en bij Ransuilen vliegen de jongelingen niet uit vanaf het nest, maar verlaten het nest als ze groot genoeg zijn en verblijven dan nog een vervolgperiode in de boom als "takkeling" . Zodra jonge Ransuilen het nest verlaten hebben kunnen wij ze niet meer benaderen om te ringen, want het risico dat ze kunnen gaan springen is te groot. De komende week gaat de eerste ringronde beginnen van Ransuilen nesten waarvan de jonge vogels al oud en groot genoeg zijn, maar nog niet het nest verlaten hebben.

Tekst : Jos Spijkerman , fotografie © Ellen Tanger en Jos Spijkerman