• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Algemeen

Waar we vorig jaar nog moesten schrijven dat de winter en het slechte voorjaar van grote (in dit geval negatieve) invloed waren op de broedresultaten van de vogels die wij volgen, kunnen we dit jaar gelukkig zeggen, dat het tegenovergestelde het geval is. Een winter zonder vorst had in 2014 tot gevolg dat er een explosie aan voedsel aanwezig was. “Je hoort de muizen ’s avonds over erf en land lopen”, meldde een van onze boerengastheren. Hierdoor begonnen de roofvogels veel eerder te broeden en leverden sommige kerkuilen dit jaar drie broedsels af. Wel merkten we dit jaar dat van de nestbroeders (in bomen) relatief veel nesten niet tot een succes kwamen door predatie door andere vogels alsmede door de steeds regelmatiger voorkomende verstoring door de mens. Toch is 2014 een van de, zo niet HET, meest succesvolle jaren/ jaar geworden van onze werkgroep. En “zorgenkindje” blijft de steenuil, die, ondanks grote inspanningen, kwetsbaar blijft en in aantal in de Zaanstreek nauwelijks toeneemt. Zelfs de bruine kiekendief, waarvan we aan het begin van het seizoen weinig activiteiten zagen, kwam uiteindelijk tot een mooi broedresultaat Torenvalk en Kerkuil zijn de soorten die dit jaar een bijzondere prestatie leverden met veel jongen en hoge gemiddelden per broedsel. De slechtvalk op de toren in Wormer leverde voor het 6e jaar in successie een succesvol broedsel af met 4 jongen.

De werkgroep bestaat momenteel uit 19 personen. Dit jaar zijn Erik Foekema en Roeland Helfensteijn ingewerkt in de uit te voeren activiteiten en gaan vanaf 2015 een eigen wijk voor hun rekening nemen De werkgroep beschikt momenteel over 4 gecertificeerde ringers en 3 hulpringers. De website van de werkgroep heeft in 2014 haar bestaansrecht bewezen. Meer artikelen en meer gastbezoeken resulteren in een uitbreiding van onze naamsbekendheid, waardoor er, o.a. via deze bezoekers, meer meldingen bij ons binnenkomen over nestplaatsen van vooral ransuilen.

In 2014 startte onze werkgroep met het aanbrengen van een kunststof kleurring bij torenvalken, buizerds en haviken, tezamen met de gebruikelijke aluminium ring. De aluminium ringen zijn van afstand niet af te lezen, de kleurringen veel beter. Voor torenvalken gebruiken we witte ringen met 3 zwarte letters, voor buizerds een zwarte ring met 2 witte letters en voor haviken een witte ring met 2 zwarte letters. We hopen door het aanbrengen van kleurringen op het ontvangen van meer terugmeldingen van levende vogels. Als u een kleurring heeft afgelezen of een roofvogel met een kleurring ziet, laat ons dat dan zo spoedig mogelijk weten.

Leden en waarnemers

De werkgroep bestaat uit een vaste kern van leden, waarvan er een aantal flink wat tijd steekt in het veldwerk. Ieder draagt op zijn of haar wijze en mogelijke tijdsbesteding een steentje bij. Daarnaast ontvangen we van vele Zaanse vogelaars aanwijzingen over broedgevallen of bijzondere waarnemingen. Zonder al deze mensen is het niet mogelijk om de roofvogels en uilen ieder jaar weer in kaart te brengen.

Activiteiten in 2014

  • Schoonmaken, vervangen en uitbreiden kastenbestand van kerkuil, steenuil, slechtvalk en torenvalk;
  • Tijdens het broedseizoen: nesten opsporen, nestkasten controleren en ringen van jonge roofvogels en uilen;
  • Website van de WRU verder ontwikkelen;
  • Bezoeken van de jaarvergadering van de landelijke steenuilenwerkgroep STONE, de Noord-Hollandse Werkgroep Kerkuilen en de Noord-Hollandse Steenuilenwerkgroep;
  • Administratie van alle geringde vogels (database Vogeltrekstation).
  • Kleurringenproject
  • Aanbrengen van camera’s in broedkasten, waardoor waarneming vanaf de grond kan plaatsvinden door middel van een laptop
  • Aanbrengen broedkasten van slechtvalk op twee nieuwe locaties.

Geringd

In ons Zaanse werkgebied zijn in 2014 in totaal 455 vogels geringd, met tussen haakjes de aantalen van 2013: 148 (59) torenvalken, 43 (27) buizerds, 19 (5) bruine kiekendieven, 13 (9) haviken, 23 (5) sperwers, 150 (32) kerkuilen, 34 (0) ransuilen, 21 (19) steenuilen, 4 (1) slechtvalk.

We hebben in 2014 van 37 in de afgelopen jaren geringde vogels een terugmelding ontvangen. 21 daarvan zijn door onszelf opgegeven aan SOVON.

Bijzondere gebeurtenissen

Kerkuil:

In Assendelft is een kerkuilennest met maar liefst 14 eieren aangetroffen. Hieruit zijn 11 jongen groot geworden. Samen met een nest in Groningen is dit, voor zover we tot nu toe weten, het grootste succesvolle kerkuilenbroedsel in Nederland in 2014! In een van de kasten heeft een kerkuilenpaar maar liefst drie broedsels voortgebracht. In 6 van de kasten werd een tweede broedsel aangetroffen.

Sperwer:
In Krommenie is een nest van 7 sperwers geringd. 4 van de jongen bleken verzwakt en ziek te zijn met zwellingen aan de kop en een opgezette bek. Via onderzoek in het Vogelhospitaal in Haarlem en
DWHC (Dutch Wildlife Health Centre) in Utrecht bleken de vogels de gevreesde en zeer besmettelijke vogelziekte “Het Geel” te hebben, veroorzaakt door de parasiet Trichomonas spp. De dieren zijn geeuthenaseerd en vernietigd.

Ransuil:
De ransuil is een vogel die vaak voor verrassingen zorgt. Moeilijk te vinden en soms net weg uit het nest, als je denkt ze te kunnen ringen. In Nauerna werden jongen uit een nest door Jos geringd. Er bleken volgens hem 4 jongen aanwezig, die met kunst en vliegwerk naar beneden werden gehaald. Bij het openen van de ringkoffer bleken er geen 9 mm ringen aanwezig te zijn, dus snel naar huis. Inmiddels konden de aanwezige bewoners en vrienden de jongen uitgebreid bekijken en fotograferen.. Na terugkomst en na het ringen controleerde Jos voor alle zekerheid de nestkom nog even en wat bleek: ineengedoken zat de jongste van het stel weggedoken op de bodem van het nest.

Torenvalk:
Tijdens controle van een kast, ontdekten we drie jonge vogels en meer dan 30 muizenlijkjes! De jongen konden het niet be-eten. Een nog beter bewijs van een overvloedig muizenjaar troffen we aan in een kerkuilkast, waarin maar liefst ongeveer 67 muizenlijkjes lagen.

Rein Beentjes.

De leden van de werkgroep Roofvogels en Uilen wensen u allen hele fijne feestdagen en een gelukkig 2015.

Jos, Kees, Rein, Marc, Ron, Anita, Inge, Marcel, Jurrian, Jeroen, Arjen, Peter, Roeland, Erik, Michiel, Ellen, Yvonne, Paul en Jos

De Broedresultaten van 2014 zijn bekend en we hebben een geweldig jaar achter de rug!

In totaal zijn er dit jaar in de Zaanstreek 455 roofvogels en uilen van een ring voorzien en dat is een record.

Hieronder volgt een opsomming van de ringresultaten en een uitgebreid verslag volgt later.

TOTALEN WRU 2014                
Soort Broedsels Geringd Niet geringd   2de br geringd 3de br geringd tot 2014 tot 2013
                     
BRUINE KIEKENDIEF 9 19             19 5
BUIZERD 23 43 9           43 27
HAVIK 5 13             13 9
KERKUIL 22 113     6 35 1 2 150 32
RANSUIL 9 34 13           34 0
SPERWER 7 23 9           23 5
SLECHTVALK 1 4             4 1
STEENUIL 7 21             21 19
TORENVALK 32 148 9           148 59
                totaal: 455 157

Jos

De (waarschijnlijk)  laatste Uilen van 2014  geringd.

Vrijdagmiddag 31 oktober zijn Peter en Marcel op pad geweest om de laatste controleronde 2014 te doen. In een van de kasten in hun werkgebied bevonden zich nog kerkuilen (er waren 5 pullen gezien). Nadat op diverse adressen zowel kerkuil- als steenuilkasten waren gecontroleerd, werd vol verwachting de kast op het bij ons bekende adres geopend.  Ietwat teleurgesteld constateerde Marcel dat er nog slechts 2 jongen aanwezig waren.  Waar de anderen gebleven zijn zal altijd een raadsel blijven. 

De (vreemde) voorgeschiedenis;

15 april; 3 ei+ 3 jongen 26 mei; 10 ei (geen jongen?) 8 juli; 7 jongen geringd en kast van slot voorzien 2 sept; 5 ei 30 okt. 2 jongen

Nadat hij de jonge uilen naar beneden had gebracht, werden de pullen vakkundig door Peter van een ring voorzien en gewogen en gemeten. De klus voor 2014 is geklaard.

Wel lopen we nog Kerkuilkasten na, omdat vanwege het zachte weer en de nog steeds in grote getalen aanwezige muizen, er zomaar ergens een onverwacht broedsel kan worden gevonden. Met in totaal 113 jonge kerkuilen is 2014 voor onze werkgroep een TOPJAAR geworden.  Aan de hand van ontvangen voorlopige cijfers van de Werkgroep Noord-Holland constateren we dat de Zaanstreek op dit moment ver aan kop staat voor wat betreft het aantal broedsels en pullen!

Marcel, Peter en Rein.

Onze eerste echte Kerkuil !!

Waar de Engelsen hun lichte uil  de naam “Barnowl” (Schuuruil) hebben gegeven, zijn wij Nederlanders zo wijs geweest hem als “Kerkuil” te benoemen.

Waarschijnlijk broedden deze vogels in het verleden meer in de statige gebouwen dan nu, want in onze regio troffen we alle exemplaren aan in schuren bij voornamelijk boerderijen of in afgelegen gebouwen. Een kerk zat daar nooit bij. Tot vandaag!!

De beheerder van het Kerkje in Krommeniedijk, de heer Ab Hakvoort, berichtte ons vorig jaar dat hij een kerkuilenkast in elkaar had gezet en deze had geplaatst op de zolder van het Kerkje in Krommeniedijk. Met een prachtige uitgang boven in de toren meende hij een prachtige plek te hebben gecreëerd voor de kerkuil. En gelijk kreeg hij! Bij een controle dit jaar werden tekenen van de kerkuil aangetroffen in de vorm van krijt(poep)sporen, braakballen en zelfs eieren! Een fantastische ontdekking voor deze enthousiaste vogelliefhebber. Er waren echter nog meer gevleugelde vrienden die deze prachtige locatie hadden ontdekt en de uilen werden verjaagd door kauwen en/of houtduiven. Onze werkgroep werd door de heer Hakvoort om advies gevraagd en een mogelijke oplossing leek het plaatsen van een sluis, door welke  de concurrenten van de uil de door hen aangevoerde takken niet zouden kunnen verslepen. Peter van Doornspeek knutselde een exemplaar in elkaar en 6 oktober was de dag van plaatsing.

Nadat eerst een volle vuilniszak aan nestmateriaal van de kauwen en duiven uit de kast was verwijderd werd deze voorzien van de sluis en door Peter en Ab vakkundig op zijn plek gemonteerd. Bijgaande foto’s getuigen van de operatie.

Mooie bijkomstigheid was, dat bij het oplopen van de zolder een exemplaar van de uilenfamilie het hazenpad koos. Het bewijs dat ze er zitten was dus nogmaals geleverd.

We kijken uit naar een vervolg (hopelijk in de vorm van een broedsel) en zullen hiervan zeker verslag doen.

Rein Beentjes/Peter van Doornspeek