• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Seizoenverslag 2015 Werkgroep Roofvogels en Uilen (WRU)

De vaste lezers van de site en de Kieft en de geïnteresseerden in Roofvogels- en Uilen, zullen zich zeker nog de euforie van vorig jaar herinneren, waarin we verkeerden vanwege de bijzondere broedresultaten, vooral van de muizeneters. De enorme hausse aan deze knaagdieren resulteerden in 2014 in grote aantallen jongen bij Kerkuil, Torenvalk en Ransuil, maar ook aan een hausse aan andere muizeneters, zoals hermelijnen. Omdat er dit jaar veel minder muizen zijn dan vorig jaar, maakt dat het moeilijker voor onze vogels om voldoende voedsel te vinden. Dat elk jaar zijn eigen “gedrag” voor wat betreft het weer kent, is ons duidelijk. Het voorjaar van 2015 was lang koud, waardoor de vogels laat aan het paargedrag en nesteldrang toekwamen. Als ze al een nest wisten te realiseren, mislukten ook nog eens relatief veel broedsels, enerzijds vanwege de kou en vocht, anderzijds door steeds toenemende predatie. Al met al kregen wij als werkgroep het idee dat 2015 een “rampjaar” zou worden.

Uitgevlogen jonge roofvogels 2011-2015

Soort 2015 2014 2013 2012 2011
Buizerd 56 52 30 29 15
Torenvalk 154 157 64 100 99
Steenuil 17 21 22 26 17
Havik 22 13 9 15 6
Sperwer 25 32 5 5 0
Ransuil 2 57 2 13 6
Bruine kiekendief 24 19 5 13 5
Slechtvalk 2 4 1 4 6
Kerkuil 40 114 38 56 40

Als we echter de cijfers zien en deze vergelijken met niet allen het topjaar 2014, maar juist met de jaren daarvoor, dan zien we wel degelijk dat ons werk resulteert in een steeds groter aantal waargenomen en geringe jonge vogels. Dat stemt tot tevredenheid, maar ja, je wilt altijd meer…..

Het meest opvallend is het bijna ontbreken va de Ransuil in ons verslag van dit jaar. Ze waren niet te vinden. Ook op plekken, waarvan ik weet dat ze er al jaren achtereen broeden, was geen activiteit waar te nemen. In totaal slechts 2 waargenomen jongen is bijna ramzalig te noemen. Oorzaak is volledig onbekend. Wel is bekend dat de Ransuil, net als de Velduil, een zwerfuil is en opduikt waar voldoende muizen zijn.. De Steenuil liet bij monde van Ron Gans aan het begin van het seizoen vermoeden dat 2015 wel eens het beste jaar ooit zou worden. Op de top werden 8 broedsels gemeld. Door slechte voedselomstandigheden - de droogte- waardoor weinig wormen en ander klein voedsel werd waargenomen, mislukten broedsels en werden slechts 17 jongen grootgebracht, waardoor de stijgende lijn van de afgelopen jaren, weer terugviel naar het niveau van 2011. Bijzonder is wel dat voor de Steenuil erg grote of ongebruikelijke prooien zijn aangetroffen zoals: mussen, lijsters, oeverloper en bokjes (de vogelsoort wel te verstaan….). Ook dat wijst weer op weinig muizen. Van de muizeneters wist de Torenvalk zich opmerkelijk te handhaven. Bijna eenzelfde resultaat als in 2014 mag een prestatie van formaat heten, hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat eind 2014 enkele kasten zijn bijgeplaatst in ons werkgebied. Maar toch. Het viel dit jaar op dat de torenvalken zeer verspreid in de tijd broedden. De eersten begonnen al in april, terwijl de anderen pas eind mei/begin juni begonnen. Een zeer opvallend feit, omdat deze soort bijna altijd ongeveer tegelijkertijd hun broedsel aanvangen.

Dat deze valkensoort als een van de felste vogels van ons land wordt gezien, heeft Michiel Kok ervaren. Terwijl hij jongen uit de kast haalde, werd hij letterlijk aangevallen door de man Torenvalk. We kunnen de klauwafdrukken op het hoofd van Michiel niet meer laten zien, maar hij heeft het wel degelijk gevoeld. Wat een dappere vogel! De Kerkuil levert behoorlijk in ten opzichte van 2014 en is meer dan gehalveerd. En dan mogen we in onze omgeving nog niet mopperen. De broedsels die we vonden, werden grootgebracht. Uit het oosten van ons land bereikte ons het bericht dat de jongen dood in de kast werden gevonden bij gebrek aan muizen. Waarschijnlijk (maar dat is mijn persoonlijke mening) hebben we geluk dat we hier in een relatief nat bodemgebied (veen) wonen en de droogte ons daarom minder parten speelde. Ik baseer dat mede op het feit dat de helft van de 40 jongen uit Assendelft afkomstig zijn. De Buizerd wist zich qua aantal jongen goed te handhaven, maar in sommige gebieden in de Zaanstreek is het aantal gevonden nesten gehalveerd. Dat de Havik zich zoetjesaan steeds meer in verstedelijk gebied vestigt, is de afgelopen jaren duidelijk. Het aantal jongen van dit jaar geeft ons hierin een duidelijke bevestiging. Ook de Sperwer heeft zich goed gehandhaafd, zeker als je dit vergelijkt met 2013 en eerder. Er werd zelfs door Jos Blakenburg een broedsel van 5 jongen geringd. De Bruine Kiekendief laat een bijzondere ontwikkeling zien. Deze vogel is moeilijk te vinden en vereist van alle door ons gemonitorde vogels de meeste tijd qua observeren van de broedplaats. Van de genoemde vogels konden er 16 worden geringd; de overige zijn wel als jongen waargenomen, maar waren gevlogen voordat we ze van een ring konden voorzien. Het resultaat van de Slechtvalk betreft de vogels op de Toren in Wormer. We proberen door middel van het plaatsen van meerdere kasten in ons werkgebied het aantal territoria uit te breiden, maar dat is nog niet gelukt. Wel werden bij een van de kasten twee slechtvalken waargenomen.

Al met al is dus ook 2015 weer een jaar geworden, waar we nog over kunnen napraten om de mogelijke oorzaken te achterhalen, hoewel ik me er terdege van bewust ben, dat dat niet in alle gevallen zal lukken. Als zaken gaan, zoals voorgenomen, zal ons werkgroep lid Jurrian Boutsma een film maken over het broedseizoen 2015. Het is zeker de moeite waard (ook als de film later pas klaar is) ons te volgen via onze website: www.kiekenkaike.nl

Op deze site kunt u kennis nemen van interessante nieuwtjes over roofvogels en uilen, alsmede van belevenissen van onze werkgroepsleden.

Oproep: meld ons a.u.b. elk vermoed of zeker broedgeval van uil of roofvogel in uw omgeving. Op onze site staat een link, die u hiervoor kunt gebruiken.

Ik wens u en ons allen weer mooie vogelwaarnemingen toe!

Namens de Werkgroep Roofvogels en Uilen                                                                      
Rein Beentjes

Foto's van een ringsessie met 4 jonge kerkuilen!

Foto's © Larry Kef.

Dinsdag 21 juli was weer een “hoogtepuntje” voor de Fronikboerderij aan het Westerwindpad in Zaandam.

Voor het tiende jaar op rij kon een nestje kerkuilen worden geringd voor wetenschappelijk onderzoek. In sommige jaren produceerden de uilen (verschillende generaties inmiddels..) een tweede of zelfs een derde broedsel. Dat houdt in dat hier al heel wat jonge dieren zijn  uitgevlogen; een beeld dat goed past bij het imago van de Fronikboerderij. Onder de bezielende leiding van Linda, die enige jaren geleden het werk overnam van de overleden beheerder Cees, wordt voor heel wat dieren op een formidabele manier zorg gedragen.

Dat de dieren het prima vinden, blijkt momenteel uit een nest van 6 Bergeenden, die als weesjes bij Fronik werden afgeleverd en door diverse mensen met goede zorg werden grootgebracht. Nadat ze in een van de sloten van de achterliggende weilanden zijn uitgezet, komen ze nog elke dag bij de boerderij terug om hun dank te betuigen!!. Dat zij niet de enigen zijn die het werk waarderen werd op deze avond, waarop zo’n 30 bezoekers de ringsessie bezochten, uitgedrukt in een oorkonde door de Landelijke Kerkuilenwerkgroep. Deze oorkonde wordt uitgereikt aan eigenaren van kasten die minimaal 7 jaren achter elkaar een broedsel grootbrengen. De Fronikboerderij heeft deze dus meer dan verdiend en ik overhandigde hem dan ook met veel plezier aan alle vrijwilligers van de Fronikboerderij, in de persoon van Linda.

En als u er ook een keer bij wilt zijn, zult u nog een jaartje geduld moeten hebben.

Zie ook hun website : www.fronikboerderij.nl

tekst: Rein Beentjes

foto's: Yvonne Langenberg

ROOFVOGELEXCURSIES GROOT SUCCES

 De speciale roofvogelexcursies, die door onze werkgroep jaarlijks in juni worden verzorgd, waren ook dit jaar weer tot de laatste plaats volgeboekt. Daaruit blijkt wel de grote publieke belangstelling voor roofvogels. De zes excursies trokken in totaal ruim 150 geïnteresseerden. Onze werkgroep heeft daarmee de mogelijkheid kennis over te dragen en voorlichting over roofvogels te geven aan een breder publiek. Met name over het nut van roofvogels, een goede bescherming en de negatieve gevolgen van roofvogelshows en het houden van roofvogels en uilen door particulieren.

De excursies startten in de Poelboerderij, het bezoekerscentrum voor Natuurmonument het Wormer- en Jisperveld met het vertonen van een PowerPoint presentatie en een korte film over onze werkgroep activiteiten. Daarna volgde een twee uur durende vaartocht langs broedterritoria van Slechtvalk, Sperwer, Buizerd, Toerenvalk en Bruine Kiekendief. Veel roofvogels konden tijdens de excursie jagend waargenomen worden, omdat ze in juni jongen hebben en er veel gejaagd moet worden. Tijdens de excursie werd in de boot een ringdemonstratie van jonge Buizerds of Torenvalken gegeven.

De excursieleiders waren dit jaar Rein Beentjes, Marcel Boer, Jurrian Boutsma en Jeroen Buijs. De ringdemonstraties werden verzorgd door Marc van Bakel en Michiel Kok.

Wilt u volgend jaar juni 2016 ook een roofvogelexcursie meemaken? Geef u dan tijdig op via www.poelboerderij.nl , want de meeste data waren al een maand tevoren volgeboekt.

Tekst: Marcel Boer en foto © Larry Kef

Op 7 juli jongstleden was het voor onze "nieuwelingen" Roeland en Erik een historische dag. Zij hebben een deel van de wijk van Michiel en Rein overgenomen en vandaag werd hun eerste nestje torenvalken geringd.
Omdat ze zelf nog geen (hulp) ringvergunning hebben, werd de hulp van Michiel en Rein ingeroepen. Deze "ouwe rotten in het vak" lieten natuurlijk alle handelingen, op het ringen na, over aan de jongelingen . Ze moeten het tenslotte allemaal nog leren.

Het ging allemaal goed, totdat Roeland een geringde vogel weer terug mocht zetten in de kast. De gebruikelijke greep, waarbij de poten tussen de wijs- en middelvinger worden gehouden, zat er nog niet helemaal in en De vogel greep zich, tot grote hilariteit van de anderen, vast in zijn t-shirt. Met behulp van helpende handen werd dit kleine euvel verholpen, waarna de vogel alsnog zijn bestemming (de nestkast) bereikte.


Al met al een leerzame (en vermakelijke...) avond.

Rein

Achter de Kieken an!

Het is vrijdagmiddag, 10 juli, om 13.00 uur, als Marcel Boer zijn boot langs de kant van de sloot aanmeert, om ons (Peter, Jos en Rein) in te laten stappen voor een tocht door het Wormer- en Jisperveld.

De bedoeling van deze vaartocht is om de bekende nesten van Kiekendieven te bezoeken en de jongen te ringen, plus een zoektocht naar eventuele nieuwe, nog niet bekende nesten. Bij een prima temperatuur, een lichte bries in de rug steken we het Zwet over en duiken de Wormer wildernis in. Peter en Marcel hebben de afgelopen maanden de omgeving geïnventariseerd om te bepalen waar de nesten van deze mooie vogels zich bevinden. Dit is het eenvoudigst, als de dieren aan nestbouw doen, zodat je ze met het nestmateriaal de rietkraag ziet induiken, of als er prooi wordt aangevoerd. Dan is het posten, wachten, nog eens wachten en wellicht een tweede of derde keer een ronde maken om tenslotte succes te hebben. Vanmiddag mogen Jos en ik mee, als fotograaf, respectievelijk als helper bij het ringen.

In het eerste nest (waarvan we de plaats uiteraard strikt geheim houden…) bevinden zich drie jongen, die na enig zoeken worden gevonden. Twee grote jongen en een iets kleiner exemplaar laten zich maar met moeite in bedwang houden en gebruiken hun grote klauwen en scherpe nagels om te trachten ons enige fikse pijnkreten te ontlokken. Helaas voor hen mislukt dat. De eerste twee (grote) jongen zien er volgroeid en gezond uit. Het derde jong echter heeft een fikse wond boven op de kop. We vermoeden (en weten het bijna zeker), dat deze veroorzaakt is door zijn of haar nestgenoten. We vermoeden dat er niet heel veel prooiaanvoer plaatsvindt (waarover later meer), waardoor de oudere jongen de jongste zien als extra voedsel en deze doodpikken en oppeuzelen. We zien dat ook bijvoorbeeld bij de Kerkuil en Ooievaar regelmatig gebeuren in jaren van voedselschaarste. We bekijken de wond zorgvuldig om te zien of er geen maden o.i.d. inzitten en dat blijkt gelukkig niet zo te zijn. Nadat de jongen geringd zijn worden ze zorgvuldig op het nest teruggeplaatst.

Hierna varen we onder de Dorpsstraat van Wormer door naar het zuidelijke deel van het Wormer en Jisperveld. Wat een prachtig gevarieerd gebied is dit toch en hoe groot. Marcel vertelt ons dat dit zuidelijke deel nog groter is dan het noordelijke deel, dat we kennen van de excursies van de Poelboerderij. Het valt ons wel op dat het hier rustiger is qua vogelaantallen en dan valt vooral het gebrek aan ganzen op. Het tweede nest kent twee jongen, iets jonger dan die van het eerste nest en ook deze worden door Peter gewogen, gemeten en vakkundig van een ring voorzien. Het valt ons op dat de roofvogels die we zien heel veel in de lucht zijn en nauwelijks prooi vangen. We zien vooral de torenvalk, die bidt, zich verplaatst, maar geen enkele keer een uitval doet naar een prooi op de grond. Ook de kiekendieven die we waarnemen, zien we enkel op de wieken en slechts 1 zien we met een prooi vliegen. Dit duidt er volgens ons op dat het aanbod van voedsel op dit moment zeer schaars is, wellicht door de droogte en de warmte van de afgelopen periode. Ook uit andere delen van de Zaanstreek en verder het land in ontvangen we berichten van veel dode jongen, bij zowel steenuil als kerkuil, die verhongeren omdat er geen voedsel wordt aangevoerd door de ouders. Na het bijzonder goede jaar 2014 is dat een teleurstellende constatering, maar het geeft ook weer eens aan dat de natuur bikkelhard is en zich niet laat regelen. En dat is maar goed ook!

Als laatste gaan we op zoek naar een derde nest, dat nog niet is gelokaliseerd. Wel weten Peter en Marcel dat ze er heel dicht bij zijn geweest. Na enige tijd zoeken, roept Peter dat een kiekendief uit het riet omhoogvliegt. Hij geeft ons aan waar hij dit heeft gezien en gidst ons op deze manier naar het nest, dat helaas al leeg is. Wel kunnen we aan de sporen (braakballen, uitwerpselen en prooiresten) zien, dat het nest bewoond is geweest. Of de jongen zijn uitgevlogen of ten prooi zijn gevallen aan andere predatoren zullen we nooit weten.. Na een nuttige tocht gaan we, licht verbrand en een beetje “rozig” de warme auto in, op naar de koffie.

Tekst Rein Beentjes en foto's ©Jos Spijkerman