RODE WOUW, Milvus milvus, Red Kite, Rotmilan, Milan royal
Kenmerken: Slanke roofvogel met diepgevorkte roodbruine staart en lichte kop. In vlucht opvallend witte vleugelvlekken en lange smalle licht geknikte vleugels. L 55-60. SW 160-180
Voedsel: Zoogdieren en vogels en ook wel vis. Lage zoekvlucht. Slaat ook insecten, kraaien en meeuwen in de vlucht. Ongewervelde worden lopend gevangen. Maar ook aas. Van alle 55 in ons land gevonden dode Rode Wouwen waren er 45 vergiftigd. Ook tijdens de trek is vergiftiging in Zuid-Europa een belangrijke doodsoorzaak.
Voorkomen: Broedvogel van afwisselend heuvelachtig landschap met bossen, akkers en meren in Midden-Europa van Zuid Zweden en Zuid Engeland tot in Spanje en Italië met ca. 27.000 broedparen. Duitsland huisvest met 12000 – 15.000 vogels, de helft van de wereldpopulatie. België heeft 150-180 broedparen. In Zuid-Europa standvogel. In overig Europa trekvogel, die overwintert in Zuid-Europa (vooral in Noordwest Spanje), Turkije en Noord-Afrika. In Nederland voor het eerst in 1977 maar pas sinds 2010 incidenteel broedvogel in zuiden en oosten en schaarse doortrekker en wintergast (1-15). In 2015 zijn er echter minimaal acht broedparen vastgesteld zodat de Rode Wouw wel tot een nieuwe Nederlandse broedvogel kan worden gerekend.