'Britain's oldest ever' barn owl found at farm
- Details
- Hits: 279
The 18-year-old barn owl was discovered at Eastfield Farm in Hough on the Hill
Bird experts say they have found the oldest barn owl ever recorded in Britain and Ireland.
The British Trust for Ornithology (BTO) said the owl, originally ringed as a chick in Nottinghamshire in 2007, was discovered at a farm in Lincolnshire during the organisation's annual barn owl survey.
Not only was the female owl found to be the oldest - beating the previous record of 15 years and seven months - but she was also breeding a six-week-old chick.
A spokesperson for the Barn Owl Trust said the discovery was "incredibly rare" and "great news" for the future of the species.
Barn owl expert Alan Ball said he was amazed by the discovery
Alan Ball has been ringing barn owls for the past 40 years on behalf of the BTO in Lincolnshire and parts of Nottinghamshire.
He told the BBC he paid a visit to Eastfield Farm in Hough on the Hill in June to monitor the barn owls as usual before he realised something "slightly peculiar" about one of the female adult birds.
"I recognised the first few letters on its ring, and remembered that I had recorded this owl some time ago," said the 68-year-old.
"We found out this bird had been recorded in Nottinghamshire on 23 June 2007. The date we'd found it was the 25 June 2025, making it 18 years old.
"Immediately, I knew it was one of the oldest, if not the oldest. I was amazed by the discovery.
"For a barn owl to be alive and breeding at that age is spectacular, and a brilliant sign for their future."
The average lifespan of a barn owl is about four years
Ben Lord looks after the owls on the farm after his grandfather retired 15 years ago, and said the discovery "means a lot" to them.
"My grandfather devoted lots of time on the farm to monitoring the owls and maintaining the boxes they stayed in - he actually built them himself," he said.
"To think that our little farm in Lincolnshire was the place for something like this is great - it puts us on the map."
Barn owls have an average life expectancy of four years, according to the Barn Owl Trust.
Most owls die in the winter time due to food shortages and harsh weather conditions, but conservationists at the trust believe milder winters are causing more of them to survive.
Daniel Whitelegg, an assistant conservationist at the trust, said the owls' increased survival was also down to the work of volunteers.
"These birds have gone from being relatively rare in the country to more common because of volunteers and farms like these checking up on them," he said.
"Only 40% of these owls make it to breeding age, so the fact this one has survived this long and is breeding is exceptional.
"The work of volunteers is so important, and we would love to see more barn owls making it to this age - we are hopeful for the future."
Miya Chahal
BBC News, Nottingham
De oudste in het wild levende kerkuil in Nederland is 21 jaar oud geworden, https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente/blog/lezen/lang-zal-die-leven-&ved=2ahUKEwj80tK_k8uOAxW-i_0HHUttBvQQjJEMegQIAhAC&usg=AOvVaw2fbq89Fhd6wyPvZnQSn691">volgens Vogelbescherming. Er is een kerkuil elders in Europa bekend die zelfs 23 jaar oud is geworden. Deze leeftijden zijn uitzonderlijk, aangezien de gemiddelde levensduur van kerkuilen in het wild veel lager ligt, namelijk ongeveer 21 maanden
Torenvalk nest gered
- Details
- Hits: 265
Torenvalknest gered
Af en toe worden wij als Werkgroep Roofvogels en Uilen ingeschakeld om te helpen problemen bij broedsels of individuele vogels te verhelpen.
Zo ook op vrijdag 23 mei. Ik ontving een app van een van de baliemedewerkers van De Poelboerderij in Wormer, waar ik vrijwilliger ben en men op de hoogte is van de affiniteit met roofvogels, dat er een man Torenvalk was verdronken.
Deze man had samen met zijn vrouw torenvalk een nest van 4 jongen in de valkenkast die op het erf van de Poelboerderij staat.
En het probleem is, dat, als de man dood is of weggaat, de vrouw niet alleen voor de jongen kan zorgen.
De man voert namelijk de prooien aan, die de vrouw aan haar jongen voert.
Deze jongen, van slechts enkele dagen oud, waren dus ten dode opgeschreven.
Direct werd er allerlei hulp aangeboden door andere baliemedewerkers om te proberen deze jongen zelf groot te brengen, door muizen of eendagskuiken in de kast te leggen.
Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Allereerst dienen de prooien in stukken te worden aangeboden; en wie sloopt nou graag een muis…..
Maar bovendien dient dit 3 a 4 maal per dag te gebeuren.
Op eigen initiatief heb ik toen besloten dat we dit, alle goede bedoelingen ten spijt, waarschijnlijk zelf nooit zouden redden.
Besloten werd om de Vogelopvang in Krommenie te raadplegen en hen om hulp te vragen. Direct werd toegezegd dat als wij de jongen bij hen brachten, zij ze zouden voeren om daarna te proberen ze bij te plaatsen in een torenvalkkast met ongeveer even oude jongen. Zelf heb ik nog dezelfde dag in onze torenvalkkasten gekeken of er een dergelijk broedsel aanwezig was, maar helaas was dat niet het geval.
Op 28 mei ontving ik van Nina van Hest van de Vogelopvang een app met het bericht dat de valkjes waren overgebracht naar een valkenkast in het Gooi. Ze waren inmiddels weer bijgekomen van alle emotie en zowel met vocht als met voedsel op krachten gekomen.
Na enkele dagen ontving ik van Harry, de verzorger in het Gooi, een foto met onze kleine pupillen . En dat zag er goed uit, tussen hun – dacht ik – twee stiefbroers/-zusjes.
Om de paar dagen meldde Harry zich met een foto en de groei zat er goed in.
Maar op elke foto die ik kreeg, stond er steeds een valkje meer dan op de vorige. Maar navraag leerde me niet hoeveel er nou precies in de kast zaten.
Tot ik op 2 juni een foto ontving, waarop 10 (!) pullen de fotograaf geschrokken aankeken.
Wat een groot gezin!
En toch hadden vader en moeder torenvalk de verzorging prima voor elkaar en bleven muizen aanvoeren, aangevuld met muizen en eendagskuikens door de verzorgers in het Gooi.
Op 6 juni gaf Harry aan dat de groei er nog steeds goed inzat en dat het ringen niet te lang op zich zou moeten laten wachten.
De dag daarop hebben alle pullen een aluminium ring om gekregen met daarop een uniek nummer, zodat ze voor de rest van hun leven geïdentificeerd kunnen worden als jongen uit deze kast en geboren in 2025.
In de dagen erna zijn alle jongen goed uitgevlogen, door de ouders in de buurt nog verzorgd en de grote wijde wereld in gegaan.
Wellicht dat we ooit nog een terugmelding krijgen en zien waar ze hun habitat hebben gevonden.
Al met al een prachtig “avontuur”, dat tot een goed einde is gebracht mede door de keurige verzorging van De Vogelopvang Krommenie en de vrijwilligers in het Gooi. Veel dank daarvoor!
Rein Beentjes
27 juni 2025
Ringdag Wormer en Jisperveld 2025
- Details
- Hits: 266
Begin Juni hadden we weer de jaarlijkse ringdag in het Wormer en Jisperveld en de boot vertrok erg vroeg vanaf de steiger bij de Poelboerderij in Wormer. Mooi weer en diverse Buizerd en Haviksnesten om te bezoeken. Hierbij een kleine fotocollage van deze mooie dag.
Sperwer pakt Kauw
- Details
- Hits: 439
De afgelopen week heeft Yvonne een tafereel meegemaakt en heeft daar ptachtige foto's van kunnen maken.
Een Sperwer vrouwtje greep een Kauw tussen een aantal containers en de Kauw schreeuwde het uit!
Andere Kauwen waren in paniek en vlogen weg. De Sperwer ook was ergens van geschrokken en liet de Kauw weer los en ging op een verhoging zitten.
De Kauw zat versuft op een van de containers en de Sperwer besloot weer toe te slaan
Plotseling kwamen er een Ekster bij die zich met dit gevecht begon te bemoeien
De Sperwer trok de aangeslagen Kauw mee onder de aldaar aanwezige coniferen, achtervolgd door de Ekster
Uiteindelijk heeft de Kauw het niet overleefd.........
Broedseizoen 2024 werkgroep Roofvogels en Uilen
- Details
- Hits: 455
Broedseizoen 2024; een ramp voor de roofvogels en uilen
Een slecht muizenjaar
door Rein Beentjes, werkgroep Roofvogels en Uilen
Elk jaar staan de leden van onze werkgroep Roofvogels en Uilen weer verwachtingsvol uit te kijken naar het begin van het broedseizoen. Wat zal het jaar brengen? Zullen onze inspanningen er toe leiden dat we een record aantal broedsels en jongen mogen verwelkomen?
Welnu, ik kan u snel uit de brand helpen: 2024 was een ‘rampjaar‘, voor zover je van een ramp kunt spreken als de natuur zijn zaakjes zelf wel regelt.…
Spelbreker
Ons seizoen begint meestal in maart/april als de boombroeders hun plek weer gaan voorbereiden op het broedseizoen en in de opgehangen nestkasten de torenvalk en de kerkuil actief worden om hun partner een broedplek aan te bieden en de paringen voor het aangaan van de band tussen de vogels een aanvang neemt.
Door middel van camera’s in sommige kasten is dit proces al bij de aanvang prachtig te volgen. Waar we in het verleden slechts door fysieke controles konden beoordelen of er weer een broedsel was of aan het ontstaan was, krijg je nu per dag al bij het ontbijt via een laptop de mogelijkheid even in de kast te gluren en verrast te worden door het eerste ei.
Het weer is dit jaar een heel grote spelbreker geweest in de resultaten, zoals we die elk jaar kunnen en mogen publiceren. Persoonlijke omstandigheden van een enkel lid van onze werkgroep hebben de cijfers mede enigszins beïnvloed, maar het slechte weer is de grootste spelbreker dit verslagjaar.
Kou, wind en regen, veel regen, nee: heel veel regen, hebben ertoe geleid dat nesten uit bomen waaiden, muizen verdronken waardoor torenvalken en kerkuilen niet voldoende voedsel konden vinden. Door het gebrek aan voedsel stierven de jongen kat over kat, als ze al uit het ei kwamen.
De in het vangen van muizen gespecialiseerde torenvalken en kerkuilen konden niet voldoende voedsel vinden voor hun jongen (foto: Yvonne Langenberg)
Ingrijpen, door middel van het bijvoeren in broedkasten, is daarbij alleen aan de orde bij de in ons werkgebied sterk onder druk staande steenuil. Verder laten we de natuur haar gang gaan, hoe wreed ook en hoe machteloos je je voelt, juist weer door de informatie via de camera’s…
Een bijzonder fenomeen
Hoeveel invloed het weer heeft gehad, blijkt wel uit twee broedsels van de kerkuil op één en hetzelfde adres. In totaal werden hier 13 eieren gelegd en bebroed, maar waar slechts twee (!) jongen geringd konden worden, de rest legde het loodje. Dit was helaas wel een erg laag broedsucces.
Hierbij gezegd dient te worden dat er op dit adres al jarenlang een paartje aanwezig is en er in 2024 plotseling een tweede paar verscheen in de tweede nestkast. De man van dat stel verdween op een gegeven moment uit beeld en de vrouw verliet na drie dagen het nest om zelf te kunnen overleven en dus voedsel te gaan zoeken buiten het territorium.
Bij de steenuil was er het bijzondere fenomeen van twee broedende dames in dezelfde kast, waarover ons lid Ron Gans in de vorige editie van de Kieft (novembernummer) uitgebreid verslag heeft gedaan; pareltjes voor een vrijwilliger!
Onze actieve werkgroep
Daarnaast kunnen we ook positief eindigen over de bezetting van onze werkgroep. Er hebben zich drie nieuwe, vooral jonge, mensen aangemeld om deel te nemen aan onze activiteiten. Ze hebben het afgelopen seizoen al meegedraaid in het veld om te zien waaruit onze activiteiten bestaan. We hopen dat ze nog vele jaren binnen onze gelederen zullen blijven functioneren om op deze wijze straks de plaats van onze oudere groepsgenoten over te nemen en om zo de continuïteit van de werkgroep te waarborgen.
Onze cijfers in 2024 op een rijtje
Deze keer plaatsen wij geen tabel met de resultaten van een x-aantal jaren achter elkaar, maar wel van het aantal nesten en geringde of gevonden jongen in 2024 met vermelding per soort van de jaartallen en aantallen van het hoogste aantal en het laagste aantal ooit. Dat geeft dan een prima vergelijkend beeld van de resultaten in 2024. Behalve van de buizerd en steenuil zagen we verder van alle soorten in 2024 het laagste aantal jongen ooit in een lange reeks. Met name de torenvalk deed het dramatisch in 2024 met maar liefst 41 jongen minder dan het laagste jaar (2013) in de reeks.
Helaas werd 2024 zoals in de aanhef gemeld een rampjaar voor de roofvogels en uilen en dus ook voor onze werkgroep. We hopen uiteraard voor 2025 op een veel beter broedseizoen.
|
Soort |
Aantal nesten in 2024 |
Aantal jongen in 2024 |
Hoogste aantal jongen + jaartal |
Laagste aantal jongen + jaartal |
|
Buizerd |
9 |
16 |
28 (in 2022) |
15 (in 2011) |
|
Torenvalk |
16 |
23 |
187 (in 2019) |
64 (in 2013) |
|
Steenuil |
6 |
17 |
26 (in 2012) |
5 (in 2018) |
|
Havik |
2 |
4 |
22 (in 2015) |
5 (in 2017) |
|
Sperwer ■ |
1 |
3 |
32 (in 2014) |
5 (in 2022) |
|
Kerkuil |
10 |
24 |
144 (in 2019) |
35 (in 2016) |
|
Bruine kiekendief |
8-10 ?? |
4 ?? |
?? |
?? |
■: Aangetekend moet worden dat met name de nesten van sperwers en in mindere mate die van de havik moeilijk op te sporen zijn door hun heimelijke gedrag in het broedseizoen waardoor mogelijk het werkelijke aantal nesten en daarmee jongen hoger is dan vermeld.
??: De bruine kiekendief is een uitermate lastige soort. Vanwege mogelijke verstoring worden nesten vaak niet bezocht en wordt naar deze roofvogelsoort minder actief gekeken. In het verslagjaar 2024 is er slechts één nest met jongen gelokaliseerd; een nest bij Buitenhuizen met vier jongen. De jongen daar werden niet geringd.
Tijdens de ringdag in het Wormer- en Jisperveld is met een drone gezocht naar nesten, maar werden geen nesten gezien. Yvonne Langenberg schreef over dit drone-onderzoek in de vorige Kieft een leuk verslag.
In De Reef zijn wel vliegbewegingen van kiekendieven gezien, maar werden ook geen nesten gevonden. Vanuit Het Twiske zijn ons geen gegevens bekend geworden.
In het Oostzanerveld-Noord hebben twee paar kiekendieven gebroed waarvan het resultaat niet bekend is (mededeling van natuurboer Jan Schipper jr. via Ed Staats).
In het Guisveld en Westzijderveld (noordelijk deel) waren twee nesten in het Guisveld en één tot twee in het Westzijderveld. Hier zijn ook uitgevlogen jongen gezien (mededeling Rob Koeman).
Rondom Krommenie hebben in ieder geval twee, maar waarschijnlijk zelfs drie paar gebroed. Bob van Duin meldde dat er nesten waren in de Dijkerhemme langs het Alkmaardermeer, nabij het plasdras aan de Lagendijk ten oosten van het fort Krommeniedijk en een nest in de buurt van het fort zelf. In Krommenie en omgeving werden ook uitgevlogen jongen waargenomen.
Als we alle gegevens bij elkaar optellen komen we op zo’n 8-10 paartjes met territoria/nesten van de bruine kiekendief. Wij hebben echter geen enkel jong geringd in 2024.
Een uitgevlogen bruine kiekendief jong bij het Alkmaardermeer (foto: Rien Gravesteijn)
Nog twee soorten
Twee soorten staan niet in de tabel.
Van de slechtvalk zijn in 2024 in onze regio geen broedresultaten bekend geworden. Er is wel één paar gespot op de Rabotoren in het centrum van Zaandam alwaar ook een nestkast hangt, maar die zijn vermoedelijk niet tot broeden gekomen. In voorgaande jaren waren er regelmatig 1 tot 3 broedparen in de Zaanstreek te vinden. Slechtvalken broeden van oorsprong op rots-richels in gebieden met bergen, terwijl ze in Nederland voornamelijk op hoge gebouwen of in hoogspanningsmasten hun nest hebben. Bekende Zaanse broedplekken waren de hoogspanningsmast die door het Westzijderveld loopt van Westerwatering naar Westzaan, de PTT-toren in Wormer waar een nestkast hing, de Rabotoren waar ze al eerder gebroed hebben en in een stilstaande kraan op het failliete Cerès-terrein aan de zuidkant van het Noordzeekanaal. De nestkast op de PTT-toren in Wormer was op enig moment min of meer vergaan, maar er kwam helaas geen toestemming van de huidige eigenaar om een nieuwe kast te mogen plaatsen.
Een fraaie ransuil (foto: Piet Heistek)
Ook de nesten van de ransuil zijn moeilijk te lokaliseren. Zij gebruiken voornamelijk de oude nesten van eksters en kraaien. Toch konden we nog 15 tot 20 nesten noteren, maar hebben we uiteindelijk geen enkel ransuilenjong geringd.































