Winterinventarisatie steenuilen in de Wijdewormer 11 januari 2014
Op 11 januari 2014 stond de eerste inventarisatie van de steenuilkasten in de Wijdewormer ( hierna WW) op het programma. Dat doe ik al een paar jaar samen met Anita van Dort en wij zijn beiden lid van de Werkgroep Roofvogels en Uilen (WRU) binnen onze vereniging. We stonden te popelen om te beginnen, al dacht Pluvius er eerst even anders over. Zodoende startten we later dan in de planning stond. Eerst nog maar een kop koffie dus.
De boom in
Tijdens de inspecties kijken wij om beurten de nestkasten na. Ofwel: klimmen de boom in. Eerlijk gezegd doe ik de iets moeilijkere klimpartijen dan Anita. Dat gaat uiteraard in goed overleg. In 2013 zijn er 19 jonge steenuilen uitgevlogen en daarmee was het een heel goed steenuiljaar in de WW. Inmiddels zijn er alweer twee verongelukt. Als je weet dat minder dan 75% de eerste winter door komt, geeft dat een idee. We waren dan ook zeer benieuwd of er al steenuilen zijn die een plekje in een door ons geplaatste nestkast in de WW hebben gezocht. De polder WW heeft als enige plek in de gehele Zaanstreek nog een aardige broedpopulatie aan steenuilen en daar moeten we heel, heel zuinig op zijn. Het is dan ook altijd reuze spannend als je voorzichtig de deksel van de steenuilkast oplicht om te kijken of deze bewoond is en door welke steenuil(en).
Meisjesnaam
Bij de eerste twee kasten was er geen resultaat en bij de tweede nestkast vond ik dat vreemd, omdat dat paartje verleden jaar drie gezonde uilskuikens voort heeft gebracht. Dan vraag je je wel af waar ze gebleven zijn. Bij de volgende kast hadden we meer geluk. Het vrouwtje dat hier vorig jaar heeft gebroed zat in de kast. Het was Neeltje - wij geven alle steenuilen een meisjesnaam omdat het makkelijker is om aan te geven dat we Neeltje hebben teruggevonden dan steenuil met ringnummer3661161 - en dat werkt perfect. Als later blijkt dat het toch een mannetje is, passen we de naam weer aan. Neeltje was in goede conditie en met 236 gram was ze goed op gewicht. Bij de volgende nestkast, die er pas sinds eind juli 2013 hangt, zat een voor ons bekende steenuil. Zij had al twee keer met succes gebroed in een nestkast 300 meter noordwaarts. Mogelijk zoekt ze nieuwe behuizing of is ze haar “ echtgenoot ” even zat. Direct doorgereden naar die andere nestkast om te kijken of haar man zich daar dan in bevond, maar dat was niet zo. Af en toe snap er je ook geen snars van waar zo’n steenuil dan uithangt.
Nestgelegenheid bieden
De volgende nestkast had een daverende verrassing voor ons in petto. Deze kast hangt sinds augustus 2013 op een voor steenuilen geschikt erf met schapen en kippen. De beide eigenaressen van deze prachtige boerderij zijn zeer vogel minded, dus het zou wel leuk zijn als...Toen Anita dan ook zei dat er twee steenuilen in de kast zaten, was ik net als zij “flabbergasted”. Twee??? Hoe is het mogelijk en zo snel al??? Dat is weer het bewijs van onze theorie dat als je steenuilen wilt, je nestgelegenheid aan moet bieden door een kast op te hangen. Dan heb je kans dat ze zich gaan vestigen. Doe je dat niet, dan vliegen ze door totdat ze een andere plek vinden.
Broer en zus
Wat nog meer verbazing opleverde, was dat beide steenuilen uit een nest van vier kwamen die we op 31 mei 2013 hadden geringd, circa twee kilometer verderop. Broer en zus, twee broertjes of twee zusjes? Je kunt alleen in de broedperiode zien wie het vrouwtje is omdat ze dan een kale broedplek onderop haar buik heeft. Het mannetje heeft die niet. Mochten ze in april samen gaan broeden, dan weten we meer over het geslacht. Dat is nog helemaal niet zeker. Ze kunnen ook samen de kast als schuilplek gebruiken in de winter. Het zou wel een unicum zijn als ze als broer en zus samen gaan broeden. Uit navraag bij Stone bleek dat daar nog geen gegevens over beschikbaar zijn.
Doorzetter Fientje
De volgende nestkast leverde niets op, al lagen er wel een verse dode woelmuis en wat braakballetjes in. Dat was voor het eerst in anderhalf jaar dat er een teken van leven is (geweest). Volgende maand nog maar eens gluren. Bij de daaropvolgende kast, was het weer raak. We troffen echter niet één van de twee steenuilen aan die we verwachtten en die hier hun territorium hebben. Wel vonden we een bekende van ons: Fientje. Dit zorgenuiltje hadden we verleden jaar juni twee km verderop geringd. Zij was toen de enige overgeblevene uit een nest van vier. We gaven er toen geen cent voor dat ze het zou gaan redden…Deze doorzetter heeft het tot nu toe toch goed gedaan en was met 235 gram prima op gewicht.
Nieuweling
Op het volgende erf broeden de steenuilen al jaren onder het dakbeschot, ook al hangen er twee steenuilkasten. Het zijn gewoon eigenwijze vogels die steenuilen. Maar als ze daar lekker zitten, laten we dat zo. Toch maar in de nestkast kijken, je weet het niet. En ja hoor, een ongeringd exemplaar! Die heb ik direct een mooie aluminium ring omgedaan, zodat deze steenuil nu ook geregistreerd staat. Verleden jaar is hier naar alle waarschijnlijkheid maar een jong uitgevlogen. Deze heb ik echter niet kunnen ringen, omdat de broedplaats lastig te bereiken is. Mogelijk is dit het jong, maar zeker weten doe ik het niet. Anita vond Pien een mooie naam en dat leek mij ook wel wat. Pien en Fien(tje) dus.
Oudgediende
In de voorlaatste nestkast vonden wij, knus tegen elkaar aan gekropen, Meagan en Julian, een stelletje dat al jaren samen een paartje vormt. Op het erf hangen twee nestkasten, de broedkast en de slaapkast zeg maar. Voor het eerst hebben we de uilen aangetroffen in de slaapkast. Ik ben benieuwd of ze begin april nog overhoppen naar die andere kast. Beiden waren uitstekend op gewicht en het vrouwtje heeft al een leeftijd van 7 jaar of meer. Dat is een oudje voor een steenuil zeg maar.
Lekker in het zonnetje
Bij de laatste nestkast, die ook sinds augustus 2013 daar hangt, zat een steenuiltje lekker in het zonnetje, op ongeveer een meter van de nestkast af op een tak. Anita heeft wat mooie foto’s gemaakt en de steenuil hebben we maar rustig laten zitten. De volgende dag nog even vlug in de nestkast gekeken, maar behalve drie dode muizen en wat braakballen helaas geen steenuil. Het resultaat van deze (lange) dag was dat we negen steenuilen hebben kunnen “ vangen”. Daarvan waren er al acht geringd, en daarvan waren drie uiltjes die verleden jaar zijn geboren. Eén exemplaar was niet geringd, maar nu dus wel.
Op naar 10 paar!
Wij hebben nu ongeveer tweederde van alle steenuilkasten in de WW bekeken en de overige tien stuks zullen de komende week/weken aan de beurt komen. Voorzichtig gesteld lijkt het erop dat er enkele nieuwe territoria zijn ontstaan, maar echte duidelijkheid hebben we pas als we gaan inventariseren op geluid en zien welke kasten bezet zijn in mei. Dan pas hebben we een goed beeld of we dan eindelijk richting de tien broedparen gaan. Want dat is het streven voor het aantal broedparen steenuil dat we willen bereiken in de Wijdewormer.
Ron Gans .
Meagan, met haar leeftijd van ruim 7 jaar één van de oudste steenuilen in de Wijdewormer