• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

De kerkuil is bezig aan een opmars. Werd het aantal broedparen in 1979 op ongeveer honderd geschat, vorig jaar waren dat er 3140. Reinder Dokter, coördinator van de Kerkuilenwerkgroep Noord-Holland, licht deze positieve ontwikkeling toe aan verslaggever Roel van Leeuwen in het Noordhollands Dagblad van 23 februari. Lees hier het hele artikel.

20170223 NHD De kerkuil is weer helemaal terug

Bosuilen zijn in februari volop aan het baltsen! Dat geeft de burger moed, want hartje winter voelt dat tóch als een tikkeltje lente. Luister dus goed in de late schemering naar het geluid dat je in élke spannende film hoort: “Hoe… hoe-hoe-hoe-hoeeee...” Dan weet je: hier woont een bosuil!

Echt, de kans dat je een bosuil kan horen is best groot. Het is een veelvoorkomende uil en ze wonen dichterbij dan vaak wordt gedacht. Natuurlijk in het bos – zoals de naam doet vermoeden – maar ook in dorpen en steden, als er maar geschikte broedplaatsen zijn. Daarin zijn ze makkelijk.

bosuil vogelbescherming

Lees meer: Bosuil in de buurt! 

Zeldzame zeearend uit de lucht geschoten in Friesland

In Nederland komen ongeveer vijf broedparen voor. De diersoort is wereldwijd niet bedreigd.

  • Bastiaan Nagtegaal 9 december 2016

De politie is op zoek naar onbekenden die een zeearend hebben doodgeschoten in het Friese natuurgebied de Lindevallei. Zeearenden zijn in Nederland zeer zeldzaam. Voor zover bekend leven ongeveer vijf broedparen in ons land. Getuigen worden opgeroepen zich te melden. De dode vogel werd zondag gevonden door milieu- en natuurhandhavers, heeft de politie vrijdag bekendgemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat het dier uit de lucht is geschoten met hagel.

Mogelijke vergissing

Waarom de zeearend is neergehaald, is nog onduidelijk. In Friesland zijn recentelijk meer doodgeschoten roofvogels gevonden, maar de politie houdt ook de mogelijkheid open dat de schutter eigenlijk op bijvoorbeeld ganzen gejaagd heeft. Zeearenden zijn de grootste arenden van Europa, met een spanwijdte van 200 tot 250 centimeter.

De zeearend is als diersoort niet bedreigd, maar wordt pas sinds 2006 ook in Nederland waargenomen. In oktober verwachtte de vereniging Sovon Vogelonderzoek Nederland dat er binnen enkele jaren meer dan tien actieve nesten in gebruik zullen komen.

 Foto: ©Politie      Bron: NRC.nl

Sinds een paar jaar gebruiken wij nu kleurringen bij het ringen van de roofvogels in onze regio en we hebben al meerdere leuke terugmeldingen mogen ontvangen. De terugmeldingen geven ons een beeld van waar de vogels naar toe zijn gevlogen na het verlaten van het nest en na de serie terugmeldingen van een door ons geringde Torenvalk in het oosten van het land kregen we nu een foto van een Torenvalk die gezien was bij het Friese plaatsje Pingjum en dat ligt net over de afsluitdijk. Deze Torenvalk heeft als kleurring een witte ring met de zwarte letters ACN en deze vogel is op 29 mei 2014 geringd op Busch en Dam te Assendelft door onze werkgroep.

Torenvalk met kleurring ACN / foto vanaf Facebook.

De ouders van de eigenaren van de nestkast, van waaruit deze vogel als jong is uitgevlogen, hebben een vakantiehuisje in ditzelfde dorp en in de zomer verblijft deze familie hier regelmatig.

Het zou toch wel heel toevallig zijn als deze mensen in Pingjum weer de bij hun op het erf geboren Torenvalk zouden tegenkomen, of bestaat toeval niet?

Broedseizoen 2016
Werkgroep Roofvogels en Uilen

Zoals uit onderstaande tabel blijkt, is het jaar 2016 voor onze werkgroep geen recordjaar geworden.
We baseren dat elk jaar op basis van het aantal uitgevlogen jongen dat we hebben waargenomen. Dit kunnen geringde en niet-geringde vogels zijn.  Niet-geringd, omdat ze bijvoorbeeld niet te bereiken zijn in erg hoge nesten, ofwel omdat we ze te laat vinden of gemeld krijgen. Dat laatste gebeurt vooral bij Ransuilen, omdat die vaak pas opgemerkt worden als de jongen takkelingen zijn geworden en buiten het nest zitten te schreeuwen om voedsel. Hierdoor is de score in de tabel van deze soort ook erg wisselend.
Zoals de tabel aangeeft zijn voor elke soort minder jongen geregistreerd. Als een van de oorzaken hiervan kan, met name voor de nestbroeders, het koude voorjaar als oorzaak worden genoemd.    Voor de nestbroeders ben je altijd afhankelijk van het kennen van de nest(plaats)en. Het ene jaar tref je er in de tijd dat de bomen nog geen bladeren hebben, meer aan dan het andere jaar. Ook de kou heeft hier een sterk negatief effect gehad. 17 waargenomen broedsels van diverse soorten zijn als mislukt geregistreerd.
De kastbroeders (Kerkuil, Torenvalk en Steenuil) hadden hier minder last van, maar ook hier zag je, vooral bij de torenvalk een groot tijdsverschil in het moment van eileg.  Sommige vogels begonnen al in april, anderen pas in mei/juni!
Toch zijn ook hier de resultaten minder. Oorzaak zal zonder meer de reeds genoemde kou zijn, maar ook het verminderde aanbod van muizen, hoewel dit van plek tot plek sterk verschilde. Een  mooi resultaat boekte het Twiske met drie succesvolle broedsels van de kerkuil. Op moment van schrijven van dit stuk is bekend dat drie Kerkuilenparen een tweede broedsel hebben weten te produceren. Van 2 paar zijn 3 jongen geringd, van het andere paar zijn de jongen op 10 september geboren.
Deze laatste drie hebben we op 29 oktober in het bijzijn van weer veel geinteresseerden geringd.

Lees meer: Broedseizoen 2016