Roofvogels verdwijnen uit Nederland door aminozuur tekort
In 20 jaar tijd is het aantal sperwers op de hogere zandgronden van Nederland met tweederde verminderd en het aantal haviken is gehalveerd. Dat komt door een tekort aan aminozuren die de vogels uit hun voedsel halen, zo blijkt uit onderzoek van bioloog Arnold van den Burg van de Radboud Universiteit.
Sperwers zijn roofvogels die zich voornamelijk ophielden in bossen, maar inmiddels leven ze ook meer op het platteland, in parken, tuinen en stedelijk gebied. Vooral op de grote voormalige heide- en stuifzandontginningen van de Veluwe zijn de roofvogels bijna verdwenen. En datzelfde geldt ook voor bosrijke zandgronden in Brabant, Overijssel en Drenthe. Inmiddels zijn er in Nederland nog maar 2.000 sperwers over en daarmee is de roofvogel op de oranje lijst van bedreigde vogelsoorten beland.
De sterke teruggang in de roofvogelpopulatie in deze gebieden heeft volgens Van den Burg te maken met een opnametekort van bepaalde aminozuren in het voedsel: “Er is wel voedsel te vinden in de bossen, maar dat is niet van voldoende kwaliteit, waardoor de vogels niet tot broeden komen. Ze krijgen onvoldoende voedingsstoffen binnen om eieren te produceren. Ze kunnen zich dus niet voortplanten en achterblijvers verplaatsen zich naar voedselrijkere gebieden.”
De aminozuren die de roofvogels nodig hebben, worden geproduceerd onderin de voedselketen, bijvoorbeeld door eikenbomen. Eiken hebben moeite aminozuren te maken door vervuiling in de lucht en tekort aan mineralen in de bodem. De lucht bevat tegenwoordig te veel stikstof en de grond te weinig mineralen, waardoor de bomen niet de juiste voedingsstoffen in hun blad krijgen om aminozuren aan te maken. De stikstof uit de lucht wordt omgezet in andere stikstofhoudende verbindingen dan aminozuren, die mogelijk giftig zijn voor rupsen en via zangvogels ook effecten hebben op sperwers. Ook in andere onderzoeken vond Van den Burg aanwijzingen dat aminozuurtekort een veroorzaker is van de teruglopende vogelstand. Zo blijken zangvogels in bossen op mineraalarme bodems op de Zuid-West Veluwe moeite te hebben met het doorgeven van vitamine B2 in hun eieren, wat een aminozuurafhankelijk proces is.
Van den Burg: “Door milieu-invloeden is het bosecosysteem aangetast, wat je terugziet in de vitaliteit van de eikenboom, de overleving van vlinderrupsen, de vitamine B huishouding van zangvogels en de stand van de roofvogels. Herstel is wenselijk, maar moeilijk. Je zou kunnen denken aan het bemesten van de verarmde bodems met mineralen, zodat het evenwicht met de aanwezige stikstof wordt teruggebracht. Maar we willen het voedselarme karakter van de gronden ook niet te zeer aantasten, omdat dat ook een cultuurhistorisch gegeven is. Het gaat om de juiste balans voor het juiste stuk grond. We moeten ook oppassen dat we met bodemverrijking niet een ander landschap creëren dat niet meer lijkt op het oorspronkelijke.”
bron: Radboud Universiteit Nijmegen, 20/02/14
Op 2 juli bezochten Michiel en ik, in gezelschap van Peter, nadat we op een nieuw adres een KU kast hadden geplaatst, het adres waar we een “overvolle” KU kast hadden gesignaleerd ( zie bericht 7 juni jl. ). Begin juni vonden we, zoals bekend, 2 jongen en 12 eieren. Vol van hoge verwachtingen beklom Michiel de ladder en kon ons melden: 9 jongen , de moederuil en misschien nog wat eieren (onder de moeder die we uiteraard rustig lieten zitten). Na hertelling werden er 10 jongen geteld! De jongste net uit het ei. De oudste ongeveer drie weken. Tot nu toe, als ze allemaal groot gebracht worden, ons grootste broedsel ooit. Toen we daarna op een voor 2014 heel nieuw adres nog 6 eieren vonden, was onze avond weer compleet!!
Zo zie je maar hoe een prachthobby van een gewone doordeweekse (gehakt)dag een zeer bijzondere dag kan maken.
Groet,
Rein
Roofvogelhater zaagt bomen om in Friesland
De politie is op zoek naar iemand die in Friesland bomen heeft omgezaagd met nesten van roofvogels erin.
De afgelopen vier weken zijn zeker vijf bomen met nesten van hoogstwaarschijnlijk buizerds gekapt, laat de politie maandag weten. Vier bomen zijn omgezaagd in de omgeving van het Sneekermeer en een in de buurt van Sondel. De politie denkt dat de vogelhater 's avonds of 's nachts actief is. Mogelijk gaat het om meerdere daders.
Het omzagen van bomen met nesten is verboden, omdat de broedplaatsen van vogels worden beschermd in de Flora- en faunawet. Mensen die meer weten,. of andere omgezaagde bomen tegenkomen worden verzocht zich te melden. Het is niet voor het eerst dat roofvogels en hun nesten in Friesland doelwit zijn. Ook voorgaande jaren kwamen tientallen meldingen van 'roofvogelvervolging' binnen bij de politie. De nesten werden met stokken kapot geprikt, beschoten en ook stierven veel roofvogels door het eten van vergiftigd aas. Vaak gaat het om buizerds, kiekendieven, torenvalken en haviken.
Dieptepunt
2011 was het dieptepunt, met ruim honderd meldingen. Natuurbeschermingsorganisaties zeiden toen dat het werkelijke cijfer hoogstwaarschijnlijk veel hoger lag, omdat lang niet alle vernielde nesten worden gevonden en de kans gedode vogels aan te treffen erg klein is. Volgens de Friese Milieu Federatie moeten de daders worden gezocht onder boeren en ''in kringen die zeggen weidevogels te willen beschermen''.
Door: Novum/ANP
Zaterdag 14 juni was voor de leden van de Jeugdvogelwerkgroep van onze VBWZ een datum om naar uit te kijken. Ze zouden dan namelijk, vaak voor het eerst in hun leven, van nabij een Kerkuil kunnen bewonderen. Elk jaar nodigt de Werkgroep Roofvogels en Uilen, in het kader van educatie voor de jeugd, de jeugdleden uit om bij een of meer ringsessies aanwezig te zijn. Vanmorgen vond dit plaats op een zorgboerderij, waar ook enkele jongeren die via Stichting Mies op de boerderij lichte, therapeutische werkzaamheden verrichten, aanwezig waren. Zij hadden zelfs een mooie rondo van stroo- en hooibalen gemaakt, waarop iedereen comfortabel de gebeurtenissen kon volgen.
Onder het uitroepen van oh’s en ah’s werden door Michiel en Jos 5 jonge kerkuilen uit de kast gehaald, waarna Rein het eerste exemplaar langs de groep leidde om van dichtbij te kunnen zien. Uiteraard werd hierbij zowel het belang van uil als van de kinderen nauwlettend in de gaten gehouden. Tijdens het ringen van de jongen, die ongeveer tussen de 40 en 50 dagen oud waren, werd aan de kinderen en hun aanwezige ouders diverse feiten over de uilen uitgelegd.
Nadat alle uiltjes van een voor hun nieuw sieraad waren voorzien werden ze weer voorzichtig in de kast geplaatst. Via de camera in de kast kon op de laptop nog even van de jonge dieren worden genoten, waarna iedereen enthousiast huiswaarts keerde. Dat zelfs de 4 jarige kleinzoon Casper van opa Rein niet bang bleek van de uiltjes, stemde hem gerust voor de toekomst van de werkgroep…
tekst : Rein Beentjes , fotografie : Jos Spijkerman