• Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
  • Header
klogozwart

Vogelbeschermingswacht Zaanstreek
Werkgroep Roofvogels en Uilen

De broedresultaten van 2013 zijn bekend, maar nog niet definitief gemaakt, want we hebben nog een paar nesten met broedsels in de regio.

Normaal zijn we eind Juni wel klaar met het controleren van de nesten en het ringen van de jonge vogels, maar door de lange winter zijn de vogels laat begonnen met nestelen en worden her en der nog steeds broedsels gevonden. Mede door het late voorjaar kunnen we spreken van een terugloop in het aantal broedparen in onze regio en dat is ook landelijk het geval geweest. Procentueel doen we het nog niet eens zo slecht, maar toch zijn we best geschrokken van de getallen zoals we die tot nu toe hebben verzameld.

 Even een lijstje met de soorten en het aantal jonge vogels dat we hebben kunnen ringen dit jaar ( met erachter het aantal van 2012 ) :

Buizerd :  27  ( 29 )

Havik :     9   ( 15 )

Sperwer : 5   ( 5 )

Bruine Kiekendief :  5  ( 13 )

Slechtvalk :  1  ( 4 )

Torenvalk :  59  ( 100 )

Steenuil :  19  ( 14 )

Kerkuil :  32  ( 56 )

Ransuil :  0  ( 13 )

 Veel mislukte broedsels hebben we ook aangetroffen dit jaar en dat was opvallend, vooral bij de Buizerds.

Geen enkel Ransuilen nest kunnen ringen, maar op 1 locatie zijn wel 2 jonge exemplaren waargenomen die niet geringd waren.

Het gaat goed met de slechtvalken, ook al is dit niet aan de ringgegevens te zien. We hebben te maken met gevechten om de beschikbare kasten en dat heeft een impact op het broeden. Het aantal geringde kerkuilen kan nog toenemen, want daar hebben we nog broedsels van in de kasten. De Bruine Kiekendief heeft klappen gehad dit jaar en we hopen op een herstel in 2014, want deze prachtige vogel hoort in onze regio thuis. Het aantal jonge Torenvalken is bijna gehalveerd dit jaar en ook daar zijn we van geschrokken. Gezien de late broedsels kunnen we alleen maar hopen dat de winter nog even op zich laat wachten dit jaar, want anders kunnen we nog veel jonge vogels gaan verliezen.

Foto © Marc van Bakel

Uilen ringen met de hoogwerker

Bij boer Van S.  zaten de kerkuilen dit jaar wel op een heel bijzondere plek.

In de grote schuur, waar vroeger het losse hooi werd bewaard, is een systeem gebouwd van buizen, met een doorsnee van ongeveer een halve meter. Hierdoor werd in het inmiddels verre verleden (voordat de hooibaal zijn intrede deed) vanaf de hooiwagen het hooi naar de hooizolder geblazen. Het hooiblazer systeem is inmiddels verouderd en hier en daar ontbreken delen van het buizenstelsel. Pa en moe kerkuil dachten hierin een mooie plek te vinden om hun eieren te leggen en hun kroost op te voeden. Een prima keus, want ze waren verdraaid lastig te bereiken op 11 meter vanaf de begane vloer en zeker 8 meter vanaf de hooizolder! Waarom in een door onze werkgroep geplaatste kast nestelen, als je ook hier hoog en droog een broedplaats kan vinden? Bij controle in afgelopen maand mei was het nog redelijk gemakkelijk om met de spiegelstok in de nestruimte te kijken. We troffen toen 5 eieren en later 4 jongen aan. Maar wat te doen, als de uiltjes geringd moesten worden? Hoe bereik je zo’n moeilijke plek, zonder jezelf in gevaar te brengen? De boer en zijn zoon gaven ons echter de oplossing: “We hijsen jullie met onze hoogwerker tot zo dicht mogelijk bij het nest “Een prima plan!

Zaterdag 3 augustus was het zover. Nadat pa en moe uil uit een van de twee aanwezige nestkasten waren gehaald, waar ze de dag al rustend doorbrengen, moe een ring om kreeg en van pa het ringnummer, dat al om zijn poot zat, werd geregistreerd en ze daarna weer rustig waren teruggeplaatst, toog het gezelschap belangstellenden richting hooiberg. Met veel gemanoeuvreer werd de hoogwerker op zijn plek gezet en kon Jurrian, goed gezekerd en met prima klimtuig, dat over een van de nokbalken werd bevestigd, zijn klimtocht beginnen. Met enige moeite konden de jonge uilen uit de ruimte worden gehaald en kon Ron aan zijn ringwerk beginnen.

We hadden al gezien dat pa uil een kruising was van de lichte uilenvariant (tyto alba alba) en de donkere variant (tyto alba guttata). Gevolg hiervan is dat zijn onderzijde veel lichter is dan van de meeste kerkuilen in onze omgeving. Onder de vier dochters (te zien aan de tekening op het al volgroeide verenkleed) was eveneens een lichtere variant.

Nadat alle gegevens door Ellen op het ringformulier waren geregistreerd konden de uiltjes weer voorzichtig worden opgehesen in speciale zakjes die we bij het ringen gebruiken en door Jurrian worden teruggeplaatst in de nestholte om tot rust komen. Al met al een bijzondere ringsessie!!

tekst Rein Beentjes . Foto's © Jos Spijkerman

De afgelopen hittegolf heeft de Kerkuilen behoorlijk parten gespeeld. Omdat de Uilen pas laat tot het broeden zijn over gegaan en de temperaturen buiten tot grote hoogtes zijn opgelopen is het ook in de schuren erg warm geworden. Omdat de kasten maar 1 invlieg gat hebben en de binnenruimte dicht is, lopen bij deze extreme weer omstandigheden de temperaturen in de kasten erg hoog op. Zo hoog, dat we van boeren meldingen kregen dat de jonge kerkuilen uit de kasten aan het springen waren en dat hebben we nog nooit meegemaakt. De boeren in kwestie hadden de jonge Uilen weer terug gezet in de kasten, maar voordat ze zelf weer beneden waren lagen de pullen ook al weer beneden in het stroo ! Na enig beraad hebben we de deksel van de kasten open laten zetten en daarna bleven de pullen wel in de kasten. Rein is zelf bij een boer gaan controleren en trof in de kast slechts 2 van de 3 jongen aan en nadat hij de hele schuur had nageplozen vond hij het derde jong in een stapel pallets en kon deze, met behulp van een aanwezige jager, pakken en terug zetten in de kast. Als natuurliefhebber krijg je daar een goed gevoel van en het feit dat de gedragen kleding zo de wasmachine in kon neem je dan graag op de koop toe !

Rein Beentjes

Op Maandagmiddag 15 Juli 2013 zijn 3 jonge Kerkuilen geringd op de zorboerderij van familie B. Enkele dementerende ouderen waren aanwezig om het ringen bij te wonen en de jonge Kerkuilen te bewonderen. Naast deze vaste bezoekers van de zorgboerderij waren nog meer enthousiaste toeschouwers aanwezig, uitgenodigd door onze werkgroep . Dat ook de voorzitter van de Vogelwacht Zaanstreek, de heer Nico Ortelee, aanwezig was bij deze sessie deed ons als werkgroep enorm deugd. Op deze wijze wordt ook binnen de vereniging het belang van ons werk verder overgedragen. Mevrouw B. had Rein verzocht om de ringsessie op een Maandagmiddag te houden, omdat ze het fijn zou vinden als haar gasten, die elke week op haar boerderij aanwezig zijn voor lichte therapeutische werkzaamheden te verrichten, de Uilen eens zouden kunnen zien. Uiteraard voldoen we graag aan de wensen van onze gastouders van broedkasten. Het bleek een schot in de roos, want er werd enthousiast gereageerd op onze vraag of deze senioren eens een Uil wilden vasthouden en we hebben ook uitleg gegeven over het belang van het ringen en het leven van de Kerkuilen. Na afloop onving iedereen een exemplaar van het periodiek "erfvogels" om ook thuis een beeld te kunnen geven van onder andere de Kerkuil. Rein, Peter en Roeland kunnen terugkijken op een geslaagde middag.

Tekst Rein Beentjes . Foto's © Rein Beentjes en Michael Kuijl

Dinsdag 25 Juni zijn Rein en Michiel op pad geweest om een nest Torenvalken te gaan ringen. Er bleken 6 volgroeide jongen in te zitten die nu allemaal van een ring voorzien zijn. In de regio Assendelft bleek dit een nest te zijn welke "voorliep" op de rest van de nesten in de regio en bijzonder was dat, tijdens het ringen, een van de ouders kwam aanvliegen met een prooi ( muis ) en rustig op een tak ging zitten wachten tot Rein en Michiel weg waren gegaan. In andere gecontroleerde nesten deze avond werden er nog te jonge exemplaren aangetroffen welke nog niet geringd kunnen worden. Oorzaak is het feit dat dat de vogels vanwege de late winter waarschijnlijk later, mede door het later op gang komen van de muizenpopulatie, zijn gaan nestelen en nu weken achter lopen op het normale schema. Het ringen gebeurt o.a. om na te kunnen gaan hoe de vogels zich verspreiden over de omgeving, hoe oud ze worden, of ze tot nageslacht komen etcetera. Ringgegevens worden vastgelegd in een centrale database van de SOVON en daaruit kunnen wij als werkgroep en ringers weer gegevens opvragen.

Tekst en fotografie © Rein Beentjes